The word of 14 April 2019 was:
leuter
(de) leu·ter (zelfstandig naamwoord)
= dick, penis
"In Dordrecht ontstond er zondagmiddag enige commotie, toen volgens de politie een 26-jarige man 'met zijn leuter uit zijn broek' door het centrum liep." – in: De Telegraaf (2017)
"In plaats van de meisjes thuis te houden, kunnen we ze een taser meegeven. Dan kunnen ze elke viezerik een krachtig signaal geven dat-ie z'n leuter bij zich moet houden." – Hayat, in: de Volkskrant (2016)