The word of 26 March 2019 was:
ontsieren
ont·sie·ren (ontsierde, ontsierd) (werkwoord)
= to mar, to disfigure
ont- = dis-
sieren = to adorn, to ornament
"(...) ik kan het gewoon niet aanzien als zo'n lelijk ding de boel ontsiert." – Imka Meuwese, in: Metro (2017)
"Het web van rimpels om zijn mondhoeken ken ik inmiddels beter dan de kraaienpootjes die mijn spiegelbeeld nu ontsieren." – Ellyn van Valkengoed, in: Hard//hoofd (2017)