The word of 17 March 2019 was:
uitbuiten
uit·bui·ten (buitte uit, uitgebuit) (werkwoord)
= to exploit, to take advantage of
uit = out
buit = booty, loot
"Kunnen de Democraten de impopulariteit van Trump uitbuiten en een vuist maken tegen zijn beleid?" – Arjen van der Horst, in: NOS.nl (2018)
"Poolse arbeidsmigranten in Nederland worden nog altijd uitgebuit." – in: Trouw (2016)