The word of 22 September 2010 was:
behapbaar
be·hap·baar (bijvoeglijk naamwoord)
= possible to deal with, graspable
happen = to bite, to snap
-baar = -able
"In vrijwel alles in onze complexe dagelijkse werkelijkheid moeten wij vertrouwen op het gezag, de expertise en op de beloftes van anderen. Dat loopt vanaf de loodgieter en de piloot, tot en met, ja, de politicus. [Dit] maakt het leven mogelijk en de problemen ervan behapbaar." – Frank Ankersmit, in: de Volkskrant (2006)
"Er moet heel veel worden uitgelegd om zo'n bèta-onderwerp ook voor romanlezers behapbaar te maken." – Marja Pruis, in: De Groene Amsterdammer (2010)