het woord van vandaag

The word of 14 February 2019 was:

jammerlijk

jam·mer·lijk ()
= miserable, deplorable, regretful

jammer = pity, too bad

"Hij stormde op de koning af, wierp hem onder zich op de grond en wilde hem met zijn zwaard doorboren. Dat zou een jammerlijk verlies geweest zijn." – in: Ferguut, of De Ridder met het Witte Schild (1250/2002/2015)

"De invasie van de Varkensbaai, op 17 april 1961, werd een jammerlijke mislukking met ingrijpende gevolgen." – Marc Bessems, in: NOS (2016)

"1989 daarentegen was een wonderjaar. De Oost-Europeanen kregen in de gaten dat het communisme jammerlijk had gefaald en ze zegden massaal het sociaal contract op." – Willem Melching, in: de Volkskrant (2019)

Related: jammer

Category: bijvoeglijk naamwoord

Words with first letter j
Words of February 2019
Words of 2019

All words alphabetically
All words chronologically