The word of 29 January 2019 was:
deugen
deu·gen (deugde, gedeugd) (werkwoord)
= to be good/fit/suitable
"Het deugde allemaal niet: daar zijn we het over eens, maar vrijwel niets wat [Donald Trump] doet deugt." – Maarten van Rossem (citaat), in: HP/De Tijd (2018)
"Ja, Hermans is een fascist en waarschijnlijk heeft hij in de oorlog ook niet gedeugd." – Willem Frederik Hermans (citaat), in: Speeltuin van de titaantjes (1993/2007)