The word of 15 January 2019 was:
big
(de) big (zelfstandig naamwoord)
= piglet
"Waarom blies die grote boze wolf eigenlijk die huisjes van de biggetjes om?" – Hiske Versprille, in: Hard//hoofd (2011)
"De kostprijs van een big en ook die van een vleesvarken is gedaald het afgelopen halfjaar." – Sake Moesker, in: Boerderij.nl (2009)