The word of 30 October 2018 was:
tovenaar
(de) to·ve·naar (zelfstandig naamwoord)
= wizard, sorcerer, magician
"Samen met zijn vrienden Ron en Hermelien gaat Harry telkens opnieuw de strijd aan met de boze tovenaar Voldemort." – Helma van Lierop-Debrauwer, in: Lexicon van de jeugdliteratuur (2001)
"Datawetenschappers zijn de nieuwe tovenaars, voor wie niets onmogelijk lijkt." – Willem Schoonen, in: Trouw (2018)