The word of 24 September 2018 was:
opfokken
op·fok·ken (fokte op, opgefokt) (werkwoord)
= to breed, to cultivate
= to work up, to stir up, to instigate
op = up
fokken = to breed, to mess
"De meeste zalm die we in de winkel aantreffen, is kweekzalm, in Schotse en Noorse fjorden met antibiotica en vismeel opgefokt." – Jelle Reumer, in: Trouw (2017)
"Hoe de samenleving nu is opgefokt, kunnen we niet veel langer volhouden. We leggen zelf de rode loper uit naar een burn-out." – Lotje van den Dungen, in: Trouw (2018)
"Maar de islam kan mensen wel behoorlijk opfokken, en als dat gebeurt, kun je maar beter zorgen dat ze geen vuurwapens hebben." – Jonathan van het Reve, in: de Volkskrant (2016)