The word of 21 September 2018 was:
gemeubileerd
ge·meu·bi·leerd (bijvoeglijk naamwoord)
= furnished, equipped with furniture
meubileren = to furnish, to equip with furniture
"Een gemeubileerde kamer van dertig vierkante meter kost 1250 euro." – Nouschka van der Meijden, in: Het Parool (2017)
"Tom vertelde mij dat het een algemeene gewoonte in Engeland was, zijn huis gemeubileerd te verhuren, als men het niet bewoonde en dat het zelfs in de hoogste standen gedaan werd." – Thérèse Hoven, in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (1895)