The word of 25 August 2018 was:
groezelig
groe·ze·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= dingy
"Hij draagt een groezelig verwassen hemd, zijn ogen staan branderig, alsof hij te weinig geslapen heeft." – Minka Nijhuis, in: Trouw (2004)
"Het is geen mooi restaurant, eerder een beetje groezelig, maar dat maakt ons niets uit." – Nout Van Den Neste (citaat), in: de Volkskrant (2017)
"De waarheid over de liefde zit verpakt in die dans, de enige kleurenscène in deze groezelige zwart-witfilm (...)" – Henk Bovekerk & Roxane Schreiber & Bo Tarenskeen, in: De Groene Amsterdammer (2016)