The word of 17 August 2018 was:
aanbesteding
(de) aan·be·ste·ding (zelfstandig naamwoord)
= (putting out a) tender, contracting-out
aanbesteden = to put out a tender, to contract out
"Dus als drie bureaus inschrijven op zo'n aanbesteding, maken ze samen al meer kosten dan de hele waarde van de opdracht." – Christoph Schmidt, in: Trouw (2013)
"Onlangs nog ontstond ophef over de aanbesteding van een nieuw cultuurhuis in Zutphen." – Jan Tromp, in: de Volkskrant (2015)