The word of 10 August 2018 was:
snotteren
snot·te·ren (snotterde, gesnotterd) (werkwoord)
= to snivel
snot = snot
"Elk jaar vaste prik: Iedereen is terug van vakantie en loopt te snotteren. Hoe kan dat en wat doe je eraan?" – in: Dagblad van het Noorden (2017)
"Als ik huilde, of zelfs maar een beetje snotterde, greep ze mij bij mijn pols en trok me omhoog, de trap op, naar een kamer aan het einde van de gang." – Redmond O'Hanlon (citaat), in: Trouw (2013)