The word of 15 July 2018 was:
omspoelen
om·spoe·len (spoelde om, omgespoeld) (werkwoord)
= to rinse, to wash out
om = around, through
spoelen = to flush
"Na het legen kan de bak onder de kraan omgespoeld worden." – Rob Zeeman, in: Trouw (1997)
"Vervolgens moet hij de beker gaan omspoelen, alvorens hij deze teruggeeft." – Theo Meder, in: Spektator (1992)