The word of 17 April 2018 was:
vetmesten
vet·mes·ten (mestte vet, vetgemest) (werkwoord)
= to fatten (up), to feed (up)
vet = fat, grease
mesten = to fertilize, to manure
"De Hollanders stonden er in Europa om bekend dat zij kippen in zeer korte tijd konden vetmesten." – Kees de Vré, in: Trouw (2012)
"Ze woog 200 kilo en mestte mij vet als de heks van Hans en Grietje." – Arthur van Amerongen, in: de Volkskrant (2012)
"De in het systeem opgevoede mens denkt dat hij eet (sterk is en overleeft), en heeft niet door dat hij ritueel wordt vetgemest en gespijzigd." – Odile Heynders, in: Langzaam leren lezen (1998/2005)