The word of 1 March 2018 was:
stronk
(de) stronk (zelfstandig naamwoord)
= stump
"Als je over de stronk van een boom loopt, wees voorzichtig en struikel niet." – in: Tirade (1976/2014)
"Leg de bloemkool met de stronk naar beneden in de pan." – Sonja van de Rhoer, in: Trouw (1995)