The word of 26 February 2018 was:
opsteker
(de) op·ste·ker (zelfstandig naamwoord)
= windfall, piece of luck
op = up
steken = to stick
"Dit is een enorme opsteker voor ons." – Pieter Hunfeld (citaat), in: HP/De Tijd (2016)
"De overwinning van Donald Trump kan een enorme stimulans zijn voor het rechts-populisme in Europa. Populistische leiders als Marine Le Pen en Geert Wilders zien in hem een geestverwant en beschouwen zijn presidentschap als een opsteker voor hun partijen." – in: NOS.nl (2016)