The word of 23 February 2018 was:
uitgeteld
uit·ge·teld (bijvoeglijk naamwoord)
= finished counting
= exhausted
uit = finished
tellen = to count
"Naast door drank uitgetelde vrienden die laveloos op hun bed liggen, zien we de maker van het filmpje in het voorbijgaan in de spiegel van de badkamer." – Jeroen van Bergeijk, in: HP/De Tijd (2009)
"Door de drukte was ik na kerst volledig uitgeteld." – Marijke Helsloot, in: Algemeen Dagblad (2017)