The word of 6 January 2018 was:
ongemakkelijk
on·ge·mak·ke·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= uncomfortable, awkward, difficult
on- = un-
gemak = ease, comfort
"Het was helemaal geen ongemakkelijke eerste ontmoeting." – Carlijn Schepers, in: Folia (2017)
"Ik wilde voor een ongemakkelijk moment zorgen, even een alarmbel laten rinkelen." – Katinka Simonse (citaat), in: Het Parool (2015)