The word of 27 November 2017 was:
achteloos
ach·te·loos (bijvoeglijk naamwoord)
= careless, mindless, inattentive
achten = to deem
-loos = -less
"We gaan veel te achteloos om met onze natuur en ons landschap." – Marc Van Den Tweel & Hank Bartelink, in: de Volkskrant (2017)
"Monsieur Hawarden heeft een koffertje gehaald uit een zijkamer. En met achteloze hand neemt hij er de juwelen uit en houdt ze tegen de doffe schijn van de ondergaande zon." – Filip de Pillecyn, in: Verzameld werk 1 (1959)