The word of 26 November 2017 was:
kraam
(de) kraam (zelfstandig naamwoord)
= stand, stall, booth
"Ze denken dat hun klanten hun kraam niet meer zullen terugvinden als ze ergens anders staan." – Viviane Schaessens (citaat), in: Het Laatste Nieuws (2017)
"We openden een kraampje en stonden daarmee op verschillende markten. Er kwam een tweede kraampje en de omzet verdubbelde." – Kees Huysmans (citaat), in: Algemeen Dagblad (2017)