The word of 8 August 2010 was:
halsoverkop
hals·o·ver·kop (bijwoord)
= in a hurry, hastily, head over heels
hals = throat, neck
over = over
kop = head (of an animal)
"Vertrek niet halsoverkop naar het eiland; zorg ervoor dat je tot rust gekomen bent voordat je de pont neemt." – Liesbeth van Tongeren (citaat), in: Trouw (2008)
"Hij was halsoverkop met haar getrouwd en leek daar nu de rest van zijn leven voor te moeten boeten, want zijn vrouw was niet alleen leuk gek." – Joke Hermsen, in: De Groene Amsterdammer (2001)