The word of 16 October 2017 was:
lullen
lul·len (lulde, geluld) (werkwoord)
= to talk nonsense, to talk endlessly
lul = dick, penis
"Er wordt te veel geluld en te weinig gedaan." – Laurens Drillich (citaat), in: Trouw (2000)
"We kunnen hier makkelijk een uur op de bank zitten en de tijd nemen voor dingen, zoals een uur met jou lullen. Daarna hebben we nog genoeg tijd om echt te repeteren." – Nanne van der Linden (citaat), in: 3voor12 (2016)