The word of 15 October 2017 was:
sleur
(de) sleur (zelfstandig naamwoord)
= rut, routine
"Haar dilemma: verder met de vertrouwde echtgenoot of wegvluchten voor de sleur in de armen van een nieuwe man." – Basje Boer, in: Hard//hoofd (2014)
"Werknemers die in een sleur zitten, hebben de neiging veel te klagen." – Carien ten Have, in: de Volkskrant (2012)