The word of 28 July 2010 was:
sloeber
(de) sloe·ber (zelfstandig naamwoord)
= slob, wretch, prole
"Montesquieu is bovendien als een vermogend man gestorven, Macchiavelli daarentegen als een arme sloeber." – Cola Debrot, in: Dagboekbladen uit Genève (1988)
"[Haar vader] dringt er dan ook op aan dat Amy [Winehouse] een voorhuwelijks contract afsluit met de sloeber, zodat hij niet met haar centen aan de haal kan." – in: Het Laatste Nieuws (2009)