The word of 31 July 2017 was:
pietlut
(de) piet·lut (zelfstandig naamwoord)
= fussy or needlessly fault-finding person
Piet = Pete
lut = small (archaic)
"Ik ben misschien een pietlut, maar dit zijn wel de feiten." – Leen Pfrommer (citaat), in: de Volkskrant (1997)
"Je hebt mannen die er moeilijk over doen dat de automaat maar zes versnellingen heeft terwijl je er bij BMW wel acht krijgt, dat schakelt op papier geraffineerder, maar met zo'n sterke motor voelt alleen een absolute pietlut het verschil." – Bas van Putten, in: NRC Handelsblad (2016)