The word of 26 July 2017 was:
spaak lopen
spaak lo·pen (uitdrukking)
= to go wrong
spaak = spoke (of a wheel)
lopen = to walk, to run, to go
"Het was een mirakel, dat het niet allang spaak was gelopen!" – Harry Mulisch, in: Libertinage (1953/2005)
"De onderhandelingen over die leningen lopen voorlopig echter spaak op de voorwaarden die het fonds aan die leningen stelt." – in: Het Parool (2013)
"Bert en ik hebben er negen maanden geleden, toen het tussen ons spaak liep, bewust voor gekozen onze privé-problemen niet op straat te gooien." – Mariska Hulscher (citaat), in: De Telegraaf (2002)