The word of 21 July 2017 was:
incasseren
in·cas·se·ren (incasseerde, geïncasseerd) (werkwoord)
= to cash, to collect money
= to receive, to bear (e.g. of a blow)
"De 29-jarige Nijmegenaar incasseerde in Dubai een premie van ruim 290 duizend euro." – in: de Volkskrant (2003)
"Een bokser moet, nadat hij klap op klap heeft moeten incasseren, om zijn gezondheid gaan denken en het gevecht staken." – Gertjan Verbeek (citaat), in: Telesport.nl (2016)