The word of 26 April 2017 was:
hem de neus uit komen
hem de neus uit ko·men (uitdrukking)
= to be totally fed up with
hem = him
de = the
neus = nose
uit = out of
komen = to come
"Dat samenwerken kwam me zo de neus uit, eigenlijk. Je bent altijd afhankelijk van een ander." – Krause (Susanne Clermonts) (citaat), in: 3voor12 (2006)
"Hoe leugenachtig is toch die marketing, het komt me werkelijk de neus uit." – Fons Nijpels, in: Metro (2015)