The word of 19 March 2017 was:
woelig
woe·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= turbulent, restless
woelen = to toss (in bed), to grub, to rummage
"[Ronald] Goedemondt voelt zich niet zo thuis in deze woelige wereld." – Rinske Wels, in: Trouw (2005)
"Ik ben iemand die dingen doet en daar ook over nadenkt. Ik ben niet een bootje dat dobbert op het water en afwacht tot het water woelig wordt of kalm is." – Connie Palmen (citaat), in: De Groene Amsterdammer (1998)