The word of 27 February 2017 was:
knetteren
knet·te·ren (knetterde, geknetterd) (werkwoord)
= to crackle
"Ik hoorde het knetteren. Het was een heel vreemd geluid. Toen ik het gordijn open deed, zag ik vlammen en rook." – Roy Jansen (citaat), in: Algemeen Dagblad (2015)
"In het kerkje van Ruigoord knetterde de open haard." – Loek Zonneveld, in: De Groene Amsterdammer (1994)
"Met stro en bamboe, dat goed knettert, maakte ik al mijn eigen vuurwerk." – Liu Lin (citaat), in: NRC Handelsblad (2016)
"We moeten zien hoe het gaat werken, maar het geeft moed dat het overleg tot nu toe zo goed is gegaan. Maar het zal zo nu en dan nog knetteren tussen deze partijen." – Mark Rutte (citaat), in: Trouw (2012)