The word of 12 July 2010 was:
glunderen
glun·de·ren (glunderde, geglunderd) (werkwoord)
= to radiate, to look joyfully
"Zondagavond stonden ze alledrie te glunderen met hun medailles." – Guus van Holland, in: NRC Handelsblad (2007)
"Tachtig jongeren zijn er op haar flashmob afgekomen. 'Fantastisch, hè', glundert Anouk [Zoet]. 'Dat wij dat voor elkaar hebben gekregen!'" – in: Trouw (2009)