The word of 9 July 2010 was:

updaten

up·da·ten (updatete, geüpdatet) (werkwoord)
= to update

This verb obviously originates from the English word 'update', but the conjugations are not as obvious.

For the conjugations see: link
For more English-Dutch verbs see: link

"Het is dan ook belangrijk om je look om de zoveel jaar eens flink te updaten. Je hoeft echt geen Rihanna te zijn die iedere maand met een geheel andere coupe naar buiten komt, maar krampachtig vasthouden aan het kapsel uit je studententijd laat je niet bepaald jonger lijken." – Daphne Deckers, in: De Telegraaf (2010)

"Naast dit weblog heb ik ook mijn LinkedIn-profiel eens geüpdatet, ben ik weer gaan zwemmen, cranberry cheesecake gaan bakken (het lekkerst zonder de cranberry's) en ik ben samen met nog iemand een hekje begonnen op Twitter." – Tjeerd Posthuma, in: NRC Handelsblad (2009)