The word of 29 December 2016 was:
lomperik
(de) lom·pe·rik (zelfstandig naamwoord)
= rude/unmannerly/hulking/maladroit person
lomp = rude, unmannerly, hulking, maladroit
"Wat doe je met lomperiken die niet opstaan bij het volkslied?" – Eildert Mulder, in: Trouw (2015)
"Hij was een grote, onhandige lomperik, ruim een meter tachtig lang en zo sterk als beer, maar zijn kleine, babyblauwe ogen keken de wereld in met een onschuld alsof hij nog niet eens de schoolgaande leeftijd had bereikt." – János Székely (citaat), in: Het Parool (2009)