The word of 21 October 2016 was:
nevelig
ne·ve·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= misty, hazy
nevel = mist, haze
"De dag begint op de meeste plaatsen zonnig. Hier en daar is het wat nevelig." – Johan Jaques, in: Trouw (1999)
"Wat gaat er boven reizen per trein? Zeker wanneer op de vroege zaterdag de wagon prive-rijtuig is en bij het wegrijden een nevelig silhouet van Amsterdam opdoemt dat door die vaagheid meer aan de zeventiende dan aan de twintigste eeuw doet denken." – Walter van der Kooi, in: De Groene Amsterdammer (1994)