The word of 30 September 2016 was:
ongeduldig
on·ge·dul·dig (bijvoeglijk naamwoord)
= impatient
on- = un-
geduld = patience
geduldig = patient
"Ik ben zelf erg ongeduldig en stop nooit bij een stoplicht. Als ik fietsers zie afremmen bij een stoplicht, denk ik: rij door!" – Hadewych Minis (citaat), in: HP/De Tijd (2010)
"Ongeduldig wiebelen kinderen deze donderdagochtend heen en weer op hun stoel. Wachtend op wat er komen gaat." – in: Tubantia (2013)
"Ingeslapen boomen barsten plots uit in bloei, ongeduldige vogels zullen een ei leggen, in de telegraafdraden worden vurige en teedere geheimen gefluisterd." – Jan Engelman & Albert Kuyle, in: De Gemeenschap (1927/2010)