The word of 15 July 2016 was:
rommelen
rom·me·len (rommelde, gerommeld) (werkwoord)
= to rummage
= to rumble
= to mess around
= to be stirring
rommel = rubbish, junk
"Mount Raung is al enkele weken aan het rommelen." – in: de Volkskrant (2015)
"Koningin Paola rommelde even in haar handtas en haalde haar telefoon eruit." – in: Nu.nl (2013)
"De Spaanse overheid heeft gerommeld met de economische cijfers over 2011 om dit jaar beter te doen lijken." – in: Het Parool (2012)
"Tijdens het EK lieten de voetballers weten dat het rommelde in de ploeg." – in: De Telegraaf (2012)