The word of 14 June 2010 was:
deppen
dep·pen (depte, gedept) (werkwoord)
= to dab, to pat softly with cloth or paper
"Met een servet depte de premier zijn lippen droog. Daarna duwde hij het theeglas met een plotselinge beweging van zich af, zo ver mogelijk naar de voorzijde van de tafel. Het kopje was leeg. Er zat geen thee meer in. Hij wilde er niets meer mee te maken hebben." – Peter Middendorp, in: De Pers (2008)
"Hij gaf haar zijn opgevouwen zakdoek om het bloed van haar wenkbrauw te deppen." – Daphne Buter, in: Passionate (1999)