The word of 5 May 2016 was:
aanstelleritis
(de) aan·stel·le·ri·tis (zelfstandig naamwoord)
= tendency to exaggerate/dramatize/pose for effect
zich aanstellen = to exaggerate/dramatize/pose for effect
aanstellerij = tendency to exaggerate/dramatize/pose for effect
-itis –> suffix used in names of diseases
"Ik ben door jou bijvoorbeeld ook van Queen gaan houden. Wat een aanstelleritis, dacht ik steeds, maar nu snap ik het toch wel." – Harold Konickx (citaat), in: 3voor12 (2014)
"Zoon was schoolziek, al een week voor de start van het nieuwe schooljaar. Haar man noemde het aanstelleritis en vond dat ze het moest negeren. De moeder had medelijden, maar wist zich verder ook geen raad." – Rob Pietersen, in: Trouw (2014)