The word of 1 May 2016 was:
flikkeren
flik·ke·ren (flikkerde, geflikkerd) (werkwoord)
= to flicker, to twinkle
= to fall, to tumble
= to fling, to throw
"We hadden een oude computer die een keer vastliep. Ik werd helemaal gek, pakte het ding op en flikkerde het in de container." – Karin Sitalsing, in: Vrij Nederland (2013)
"De telescoop kijkt naar kleine variaties in het licht dat sterren uitstralen, omdat die zouden duiden op planeten. Maar nu blijkt dat sterren van zichzelf ook nogal flikkeren." – Emma van der Wateren, in: Trouw (2011)