The word of 17 April 2016 was:
wantrouwen
wan·trou·wen (wantrouwde, gewantrouwd) (werkwoord)
= to distrust, to suspect
"Er was informatie voorhanden, maar die werd gewantrouwd." – Bart van der Boom, in: de Volkskrant (2006)
"Hij wantrouwt het schrijven omdat er altijd iets verloren gaat bij de overgang van idee naar woord." – Carel Peeters, in: Vrij Nederland (2014)