The word of 15 April 2016 was:
kletsen
klet·sen (kletste, gekletst) (werkwoord)
= to (chit)chat
= to talk nonsense
= to splash, to smack
"Na vier uur lang te hebben gegeten en gekletst besloten de twee samen te vertrekken." – in: De Telegraaf (2016)
"[Geert] Wilders, wat kletst u toch?" – in: de Volkskrant (2009)
"Pats! Een bierflesje kletst kapot op de tegels." – in: De Stentor (2007)