The word of 5 April 2016 was:
klunzig
klun·zig (bijvoeglijk naamwoord)
= clumsy, bungling
"Na een wat klunzig begin waarbij de microfoon van het podium af viel, konden de drie Amsterdamse mannen beginnen met hun show." – Anna van den Broek, in: 3voor12 (2009)
"De Amsterdamse politie heeft bewakingsbeelden vrijgegeven van nogal klunzige inbrekers." – in: De Telegraaf