The word of 23 February 2016 was:
opsomming
(de) op·som·ming (zelfstandig naamwoord)
= enumeration
opsommen = to enumerate, to sum up
op = up
som = sum
"Hier volgt een opsomming van zaken die absoluut moeten veranderen omdat dit zo niet langer kan." – Simon Dopper, in: Vice
"Ze hebben net wat promotiemateriaal gemaakt, een gekopieerd A4tje met een opsomming van het soort boeken dat ze verkopen." – Carien Westerveld, in: De Groene Amsterdammer (2012)