The word of 13 February 2016 was:
nauwkeurig
nauw·keu·rig (bijvoeglijk naamwoord)
= precise, exact, accurate
nauw = narrow, tight, close
keurig = neat, choice
"In het decor is het Achterhuis, waar Anne Frank ondergedoken zat, nauwkeurig nagebouwd." – in: Het Parool (2015)
"Ooggetuigen hebben de politie geholpen door een nauwkeurige beschrijving te geven van de verdachte." – in: Dagblad van het Noorden (2015)