The word of 25 January 2016 was:
aanvankelijk
aan·van·ke·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= initial
aanvang = beginning
aanvangen = to start
"De Europese aandelenmarkten hielden de aanvankelijke winsten maandagmiddag niet vast." – in: HP/De Tijd (2015)
"Ik hou van nieuwe gedachten die aanvankelijk onzin lijken." – Gerrit Krol (citaat), in: De Groene Amsterdammer (1996)