The word of 24 January 2016 was:
schijtlijster
(de) schijt·lijs·ter (zelfstandig naamwoord)
= easily scared person, coward
schijt = shit
lijster = thrush (bird)
"Ik wist niet, dat je zo'n schijtlijster was, Kees!" – Bas van Gelder, in: De Gids (1949/2011)
"Nu worden ze lekker bang, denkt hij, Henkie van Mook helemaal, die wel altijd de grootste mond heeft, maar als het erop aankomt een schijtlijster is." – Ed. Hoornik, in: De Gids (1967/2011)