The word of 5 January 2016 was:
overkomelijk
o·ver·ko·me·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= surmountable
overkomen = to overcome
"De fouten bleken overkomelijk." – Olga Kortz, in: HP/De Tijd (2012)
"Het is overkomelijk dat Nederland weer soevereiniteit afstaat, zolang dat maar uitsluitend gebeurt om zaken te regelen die we zelf niet (meer) aankunnen." – H.J. Schoo, in: Een bitter mensbeeld (2004/2014)