The word of 15 December 2015 was:
degelijk
de·ge·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= sound, solid, thorough, substantial
"Escher kreeg van hem een degelijke opleiding in tekenen en grafische technieken." – Jan van de Craats, in: Pythagoras (1998)
"Hogeschool Inholland wil terug naar degelijk en robuust onderwijs, dat is gericht op het werkveld." – in: Dagblad van het Noorden (2013)