The word of 21 November 2015 was:
fluisteren
fluis·te·ren (fluisterde, gefluisterd) (werkwoord)
= to whisper
"Dan fluistert opa Henk iets in het oor. Henk wordt bleek als een spook." – Rob van Erkelens, in: De Groene Amsterdammer (2008)
"Ik zag dat hij alleen was, en ik zag hem naar mijn zus toelopen en iets in haar oor fluisteren." – Alex Michaux (citaat), in: Knack.be (2011)